LAAT ME NIET STIKKEN
Auteur: Ruben Prins
Uitgever: Leopold
Datum van uitgave: 2006
Thema’s: Pleegouders, Ziektes, Vriendschap
Pagina's: 137
Leeftijd: Vanaf c.a. 12 jaar
De 14-jarige geadopteerde Chris wordt voor het eerst geconfronteerd met zijn biologische moeder tijdens haar begrafenis. De drang om meer over haar te weten te komen wordt groter wanneer Esmé, een voor hem onbekend meisje in een rolstoel, hem een briefje geeft met daarop de tekst 'Ze is vermoord!'
Het verhaal heeft een schrijversperspectief. Het verhaal wordt niet verteld door iemand die ook werkelijk in het verhaal aanwezig is.
De titel komt heel duidelijk voor in het boek, het is de grote lijn door het verhaal heen. Eigenlijk zou je het boek twee keer moeten lezen, omdat er stukjes tekst bij zitten waarvan je niet weet wie deze acties uitvoert. Aan het einde van het verhaal kom je erachter dat deze persoon de dader is. Als je dus weet wie de dader is en het verhaal nog een keer leest, bekijk je het boek vanuit een heel ander oogpunt.
Ik vind dat in dit boek de personages heel duidelijk beschreven worden. Kris weet niks over zijn moeder, maar doordat hij en Esmé op onderzoek uitgaan komt hij steeds meer te weten over zijn moeder. Er wordt precies verteld hoe Kris zijn moeder in elkaar zat en wat zij allemaal heeft meegemaakt. Kris en Esmé worden ook goed beschreven en je komt erachter wat voor karakter zij hebben.
Ik vond het een fijne tekst om te lezen. Het is een gemakkelijk tekst, dus lees je hem zo in één keer uit. Dat komt denk ik ook door de spanning. Er zitten hele spannende fragmenten in het boek als Kris en Esmé op ‘missies’ gaan. Hieronder citeer ik een stukje waar ze bezig zijn met een ‘missie’. Ze snuffelen door de contacten van Anna’s telefoon, in de hoop dat ze een aanwijzing vinden:
“’In die nacht in ze vermoord,’ vertelde Esmé. ‘De laatste persoon met wie Anna in haar leven gesproken heeft is AN.’ Ze keek Kris veelzeggend aan. ‘Dus jij denkt dat AN haar vermoord heeft?’ ’Hij is in ieder geval verdacht, ’vond Esmé. ‘Hij?’ vroeg Kris. ‘AN lijkt me nou niet de naam van een man.’ ‘Het kan toch ook een afkorting zijn? Van eh… Anton… of zoiets.’ Kris haalde zijn schouders op. ‘Er is maar één manier om daar achter te komen.’ zei Esmé. Ze drukte de beltoets in en- ‘Shit!’ Ze hield meteen weer op. ‘We moeten niet met dit telefoontje bellen. Dan ziet hij Anna’s nummer en dan verraden we ons. ’Kris knikte. Dat ze daar allemaal aan dacht… Esmé pakte de vaste telefoon die op haar bureau stond en nam die mee naar het bed. ‘Lees het nummer is even voor, wil je?’ Kris las: ‘nul-zes-twee-acht-zeven-zes-drie-twee-twee-vijf.’ Esmé toetste. Een gespannen stilte volgde. ‘Voicemail,’ zei Esmé opgelucht. Plotseling werden haar ogen groot. Een schelle piep klonk uit de hoorn. Esmé sloot af. ’Ik weet wie AN is.’ Ze pauzeerde even. ‘AN is André Nieuwekerk. Wethouder André Nieuwekerk.’”
Dit boek is echt een aanrader als je van spanning houdt!
Gemaakt door Amber van den Hoek
Bron: Het boek